Onderhoud telex_huurlijn Bestand onder constructie    Fred Bender IB-NI

Vaste telexhuurlijnen (point-to-point)

 

Uit welke functieblokken bestaan een telexhuurlijn ?

 

Een telex huurlijn bestaat uit:

1. Telex eindapparatuur bij de klant. (telextoestel  of computer met telex interfacekaart)

2. Een 2 draads m.1040 datahuurlijn tussen de klantlocatie en het telexnetwerk te Amsterdam2 (Drentestraat)

    Bij de klant en in het telegraafoverdraagstation is de 2 draads datalijn aangesloten op een z.g R.20 telexmodem.

3. Indien het klant R.20 modem door de KPN  beschikbaar gesteld is, heeft dit modem een 8-polige contactdoos  als

    koppelvlak met de telex eindapparatuur  van de klant.                à          Modem R20.htm

4. Een kanaal in een TD systeem met het buitenlandse tegenkantoor.

 

Een actieve telexlijn.

Over de lijn worden 'enen' en 'nullen' overgebracht.

De data wordt serieël over de lijn gezonden.

De telexhuurlijn werkt altijd volgens het ruststroomprincipe.

 

Wat betekent dit 'ruststroom'

Een bedrijfsvaardig telextoestel zendt altijd een logische '1'  richting van het telexnetwerk.

Indien dit aan beide eindpunten gedaan wordt is de verbinding  operationeel.

Op het moment dat het toestel data gaat versturen wisselt de logische status in het ritme van de telexcode

van waarde tussen '1' en '0'.

Deze wisselingen worden door de R.20 modems en het TD kanaal overgebracht naar het andere eindpunt.

 

Situatie op het telegraaf overdraagstation.

 

Beschrijving van het koppelvalk van de telex transmissieapparatuur.

Er  wordt  sinds het begin van de telexdienst  gebruik gemaakt. van het dubbelstroomprincipe  .

Er wordt tegenwoordig (sinds 1975 te Amsterdam 2) gebruik gemaakt van een dubbele telegraafbatterij

van + en – 24 Volt tegen aarde.

De in- en uit- gangen van een transmissieapparaat  worden dus tegen 'aarde'  afgesloten.

Dit is in gedachte gelijk  aan de bekende V.24 aanbeveling dat voor datacommunicatiecircuits in gebruik is.

De TDM kanalen en modems hebben elk een zekere impedantiewaarde.

Bij een voedingsspanning van 24 Volt loopt er door toepassing van de wet van Ohm in de praktijk 

ca. 10 mA verbindingscircuitstroom.

Status telexlijn:

Een logische '1' wordt ruststroom   genoemd, behoort bij een positieve verbindingscircuit stroom.

Een logische '0' wordt werkstroom genoemd, behoort bij een negatieve verbindingscircuit stroom.

 

 

Toepassen van de telexmeettafel

Waarnemen van de bedrijfstoestand van een huurlijn met gebruikmaking van een meettafel.

  1. Zoek uit de administratie de gewenste huurlijn op K- schijf :

    Link: à [niet meer actief]

    Attentie: Notepad wordt zolang als browser gebruikt.

      s.v.p de informatie alleen lezen, niet knippen of wissen a.u.b

      (Een browser die lange bestandsnamen kan lezen wordt nog aan gewerkt)

 

      (Raadpleeg zonodig de collega's van de Eltex  (telefoon 43932) als er geen goede informatie te vinden is,

       vraag om informatie per e-mail.)

2. Plaats de steker van een grijs snoer eerst op de meetklink van meettafel  2 of 3.

3. Zoek in de gegevens naar de meetklink in de miniverdeler van het TD systeem.  ( verdeler 'laag' punt van het systeem).

4. Plaats de andere zijde van het grijze meetsnoer op de kanaalklink van het TD systeem.

5. Afhankelijk van de keuze van de meetlijn dient er op de meettafel een van de toetsen (46 t/m 51) gedrukt te worden.

6. De meters op de meettafel komen nu in bedrijf, zonder de verbinding te onderbreken.

Bij een in dienstzijnde huurlijn is het nu te zien dat alle 4 meters een positieve verbindingscircuitstroom aanwijzen.

Indien er activiteit op de lijn aanwezig is polen de meters regelmatig om van  + naar -.

 

Beschrifting op de meters

De meters met  de tekst ÍTL' –zijde zijn opgenomen tussen de meettafel en de transmissieapparatuur.

De meters met de tekst 'LOK'-zijde zijn opgenomen tussen de meettafel en de klantzijde (R.20 modem of  ander TD kanaal.)

Zodra de huurlijn niet op de meettafel is onderbroken voor onderzoek dan wijzen de meters

Ontvangen van  ITL en zenden naar LOK de zelfde waarde aan.

Ontvangen van LOK en zenden naar ITL de zelfde waarde aan.

 

Waarneming te doen zonder de huurlijn te onderbreken

Met de meettafel is het mogelijk de passerende data  te observeren en op het onderzoekstoestel af te drukken.

De verbinding wordt hierdoor niet onderbroken (het z.g meelezen voor verkeersobservatie )

Hiervoor zijn de toetsen 11 en 12  (meelezen ITL en LOK)

Een huurlijn is technisch altijd full-duplex uitgevoerd.

De uitvoering van de klant-eindapparatuur bepaalt of de klant  al dan niet gelijktijdig data kan zenden en ontvangen.

De toetsen 11 en 12 kunnen naar behoefte al of niet gelijktijdig ingedrukt worden.

(Bij duplexverkeer door de klant kan niet gelijktijdig  worden meegelezen)

 

Instelling transmissiesnelheid

De meest voorkomende waarde  is de transmissiesnelheid van 50 baud.

Een transmissiesnelheid van 75 en 100 baud is technisch ook mogelijk.

 

Aanpassen van de transmissiesnelheid van het onderzoekstoestel:

Het telextoestel is  door instellen van de toetsen 21 en 22 van de meettafel omschakelbaar tussen 50 – 75 en 100 baud.

Standaard dienen deze toetsen NIET ingedrukt te staan voor de instelling van 50 baud.

Voor   75 baud wordt alleen toets 21 ingedrukt.

Voor 100 baud wordt alleen toets 22 ingedrukt.

 

Actief doen van handelingen.

Als er een melding komt dat een huurlijn niet werkt, dan dient  de lijn op het TD kanaal opgeschakeld te worden.

De ITN zijde op de meettafel is altijd het buitenlandse tegenkantoor.

Bij een huurlijn dienen de eindpunten als er geen activiteit op de lijn is  elkaar ruststroom te zenden.

Indien dit zo is dan  moeten de meternaalden op de schaal altijd naar rechts "liggen". 

Wordt er van een van de eindpunten permanent werkstroom (een logische '0') ontvangen dan is dit voor een huurlijn

een ongewenste  situatie welke onderzocht dient te worden.

 

Het onderbreken van de verbinding

Bij doen van actief onderzoek dient de verbinding d.m.v drukken van de rode overnametoets (toets 20) onderbroken te worden.

Met de wit/groene toets 57 dient een keuze gemaakt te worden in welke richting het onderzoek telextoestel

geschakeld dient te worden.

Door het drukken van de 'oproep'-toets (toets 53) forceert  men het sturen van ruststroom naar de te onderzoeken zijde van de lijn.

 

Analyse van een onderbroken telexhuurlijn.

Om de verkeersstoring te analyseren dienen in volgorde een aantal technische handelingen gedaan te worden.

 

Analyse richting de ITN zijde

 

2.      onderzoek van het TD kanaal in locale lus (eigen kantoor)

3.      Bij niet functioneren van het kanaal de oorzaak eerst in eigen kantoor verhelpen.

(zonodig door wisselen van een kanaalkaart.)

3.      Indien 1 en 2 gedaan zijn dient het tegenkantoor geconsulteerd te worden voor het  doen van een (gestrekte) kanaaltest.

4.      Het tegenkantoor zal dan handelingen moeten doen gelijkluidend  aan punten 1 en 2.

5.      indien de transmissieweg onderling naar behoren werkt dient het tegenkantoor onderzoek te doen in de richting

van het nationale eindpunt aldaar.

6.   Als het buitenlandse kantoor de verbinding heeft hersteld dan dient er weer permanent ruststroom ontvangen te worden.

7.      Als alles goed is gekomen is de verkeersstoring daadwerkelijk ten einde.

Is  de bedrijfsverstoring nog niet opgeheven, dan dient  het buitenlands tegenkantoor nogmaals verzocht te worden om dit te onderzoeken.   (Soms is 'volhouden' een sport)

8.   Permanent sturen van tekst d.m.v het onderzoekstoestel:

In de meettafel zit een electronische voorziening om vanuit een ROM een vaste 'quick brown fox … tekst te genereren.

Helaas is deze voorziening momenteel in ongerede geraakt. (Beperkte urgentie tot herstel )

D.m.v het maken van een ponsbandje waarvan de uiteinden aan elkaar geplakt worden kan men een 'eeuwig'

durende tekst genereren.

 

     Aanwijzing: Bij het sturen met een ponsband over een lus vanuit het tegenkantoor of klant dient men om  verminkt schrift te

     voorkomen op het onderzoekstoestel de toets '2 toestellen'   (toets 55) ingedrukt worden.

     De automaatzender en de telexontvanger worden nu los van elkaar gebruikt, i.p.v gezamenlijk.

 

1. Onderzoek van het TD kanaal in een locale lus.

Bij toepassing van de aanwezige philips 3TR1600 TDM apparatuur  geschied dit door het plaatsen van een 2draads stopje

op het frontpaneel van de TDM-kanaalkaart met een tekst  lus A.

     Afbeelding met luszettingen onderzoek eigen kantoor

     Stel de weergave handmatig in op 25- 50 %                                 à          3tr1600_luszetting.jpg

Sturen van tekst met het onderzoektoestel

Door bij een overgenomen verbinding  toetsen van het toetsenbord in te drukken, of  de naamgever van het toestel

te ontkoppelen               [dit is de toets met een rechtopstaand 'klavertje' bovenaan de cijfertoetsen van het toetsenbord] 

dan moet de tekst   via de kanaallus terug op het telextoestel ontvangen worden.

Het kanaal is dan bij locale test in orde.

 

2. procedure vervangen kanaalkaart:

Mocht de lus onverhoopt niet terug komen dan is mogelijk het kanaal defect.

Om dit uit te zoeken dient  de kanaalkaart  (voor controle in ieder geval) te worden omgewisseld.

[tekst nog nader vast te stellen…]

 

3. Testen met tegenkantoor:

zie  voor opzoeken telefoonnummer zie de telefoonlijstvoorziening à        telefoonlijst_inrichting.htm

 

Namen van een buitenlands telexstation belast met transmissietesten.

In het Engelse taal heet dit station :   vf station (voice frequencystation)

In de Duitse taal heet dit station    :    wt stelle.       (wechsel telegrafie stelle)

In  de Franse taal heet dit station  :    Harmo of harmonique

 

 

 

Onderzoek richting de nationale zijde (R.20 modemlink)

 

Binnen Nederland bestaat de routering uit 2 R.20 modems een een 2-draads M.1040 datalijn.

Indien wordt vastgesteld dat er werkstroom,  /'negatief' / 'isolatie'  (allemaal de zelfe betekenis van 1 bedrijfstoestand) van de

nationale zijde  wordt ontvangen dan moet de R.20 modemlink met de klant onderzocht te worden.

Plaatsen van een lokale lus in het eigen R.20 datamodem te Asd2.     (modemrekken op rij A9 en C5)

  1. Een modemrek bestaat uit een aantal ruiven in het rek.

  2. Elke ruif heeft 1 of 2 voedingseenheden (redundant)

  3. Elke ruif telt 12 plaatsen voor  12 dubbele modemkaarten.

  4. De bovenste is modemkaart 1,  de onderste is modemkaart 2.

  5. De aanduiding van een modem is dus als volgt: [rij (A9 of C5], [ruifnummer], [printkaartnummer (1-12)], [modem (1 of 2).

 

6.      Uit de administratie van de telexhuurlijn is de modemlocatie te vinden.

7.      Op de frontplaat is een Led aanwezig welke niet actief (uit)  is indien er datasignaal van de nationale klant wordt ontvangen.

  1. Op de frontplaat zit een lusschakelaar die in het  analoge 4-draads deel  een lus plaatst in de  richting van de miniverdeler.

  2. Bij het sturen van tekst met de meettafel dient deze nu terug te komen via de geplaatste locale lus.

 

Geen modemdraaggolf van de Nat. klant

Is er bij het normaliseren van de lokale lus geen ontvangst van het modem draaggolf van de Nederlandse klant dan dient  de nationale M.1040 datalijn door 'local loopservice' (nationaal) onderzocht te worden.

 

Wel modemdraaggolf  van de Nat. klant

Is er wel ontvangst van de modem draaggolf van de klant , maar wordt er geen ruststroom ontvangen, dan dient de klant een lus

Voor het tegenkantoor te maken op het klant r.20 modem. (lusschakelaar)

Merendeel komt deze lus in goede orde retour en is de modemlink in orde.

Wordt er  na het normaliseren van de modemlus nog  steeds geen ruststroom van de klant ontvangen,

dan is er iets met de eigen eindapparatuur.

De klant dient dit dan in eigen beheer op te lossen.

 
Wel modemdraaggolf, geen lus van klant

Als dit zo is dan:

-         dienen alle schakelaars op het modem geprobeerd te worden om een lus in de lijn te krijgen richting Asd2.

-         de klant heeft b.v meer verbindingen met R.20 modems staan,  de lus zit b.v in de verkeerde lijn.

-         de klant verzoeken  het modem (al dan niet tijdelijk voor onderzoek) om te wisselen met een ander.

Als dit niet mogelijk is, of het geeft geen resultaat  dan dient 'local loopservice' nationaal  dit te onderzoeken.

 

Opzoeken van routeringsgegevens van telexhuurlijnen:

Routeringen staan op de server:                                               à                Voorbeeldhuurlijn.htm

 

Voorbeeld

Onderstaand voorbeeld doorzetting van een TD kanaal met een R.20 modem:

 

                                                           INS –BWS    LIJNKAART TELEX

 

                                                                                    (Asd2  ruimte 4008)

Lijnbenaming:...........................................................

Snelheid:...........Bd

                                                                                                                              Corr.bundel naar tf zaal

R.20

modem

 

T(DM)

 

REK

 

                   Klink:B..../....-.....            d.s zijde                      2 dr. Analoog        

 

 

 

 

 

 



Rekplaats: ...../.........  t(dm)systeem  ……………………………….

 

                       R.20  modem in Rek:(A9 of C5).....     Ruif:.....    Print:..... modem (1 of 2).....

                       Miniverdeler R.20 modem:

                       d.s zijde: B13/......-.....      2dr. Analoge (tfc) zijde: O16v/....-.....

                                                      

                       Corr.  Ader ........ naar zaal:.... blok in miniverdeler  ......./.....-......

                       Stijl ..... blok.....     positie..........  (op Tf zaal)

 

                       Vork in Upconrek   zaal:.....   Rij:.....         Rek:.....

                       Draagraam:.....        Vak:.....   He:.....         Pos:.....

                                                                                                                                                                                 Lijnkaart NI-Bws_telex Ver.1 dec.2000 Pa0wfb

 

 

(wordt vervolgt)