Locatie
van de meetklinken van de meettafels.
Om
een telexlijn te onderzoeken dient men een keuze te maken op welke meettafel
het onderzoek gedaan moet worden.
Te
Asd2 zijn aanwezig de meettafels 2 en 3.
(Meettafels
1 en 4 hebben vroeger in de Spuistraat 175 , DC 1 gestaan)
Elke
meettafel heeft 6 meetlijnen met de miniverdeler.
Op
2, stijlen van de miniverdeler zijn op:
B 4/65 klink 1 t/m 4 en
B15/65
klink 1 t/m 4
de
meetingangen beschikbaar van de beide meettafels.
Een
meettafel heeft 6 meetingangen waarvan er slecht 1 toets gelijktijdig
ingedrukt kan zijn.
In
de gewenste meetlijn dient een standaard
grijs koord gestoken te worden.
Het
andere uiteinde wordt geplaatst in de meetklink van de telexlijn die onderzocht
moet worden.
Attentie: eerst het koord steken in de
meetlijnklink, DAARNA in de kanaalklink van de telexlijn.
(Doet
men dit andersom dan wordt er een dienstverstoring veroorzaakt)
De
uitgangen van de T en de TD systemen
zijn gelegen op de voor-bovenzijde, stijlen B1 t/m 4, en B13 t/m 16.
De
meetklinken zijn met z.g sleutels uitgevoerd.
Dat
zijn printplaatjes , die d.m.v het insteken van een steker ingedrukt resp.
teruggetrokken kunnen worden.
Standaard
staan de sleutels naar voren. (De
verbinding staat dan door)
Bij
het plaatsen van een meetsnoer wordt de verbinding onderbroken.
Via
doorverbindingen in de meettafel wordt via het meeraderig meetsnoer het
onderbreken voorkomen.
Pas
als de z.g overnametoets, (met een rode kleur, toets 20) wordt ingedrukt wordt de doorschakeling echt onderbroken.
Met
de witte hersteltoets (no 58) wordt de verbinding weer doorgezet.
Attentie: Nooit vergeten te normaliseren na afloop van het onderzoek!!
(Doet
men dit niet dan wordt er een dienstverstoring veroorzaakt)
[Beschrijvende
tekst hoe een meetsnoer op een klink in miniverdeler moet worden geplaatst is nog
onder constructie)
Beschrijving
van de functies van de meettafeltoetsen à Toetsen_meettafel.htm