Historie:

Sinds het begin der 30 –er jaren van de 20 e eeuw was het versturen van telexberichten ook al mogelijk.

Er werd hierbij van het telefonienetwerk gebruik maakt.

Eerst diende de verzender telefonisch contact te leggen met de geadresseerde, waarna er dan door omschakelen werd overgegaan op telextransmissie

via een  toonfrequenttoestel op de telefoonlijn.

 

Telecommunicatiegebouw Spuistraat 175:

Dit gebouw dat eerst een belastingkantoor was geweest werd  in medio der 20- er jaren van de 20 e eeuw voor communicatiedoeleinden van de

rijkstelefonie/ telegrafie in gebruik genomen.

Er zaten ook veel telefonistes in dat telecommunicatiegebouw die diverse soorten van operatortaken t.b.v openbare telefonie/telegrafie  en informatie-

diensten vervulden.

 

Automatisering van het telexnetwerk:

Het Nederlandse telexnetwerk is sinds het midden der 50- er jaren geautomatiseerd.

De eerste geautomatiseerde telexcentrale van het type 7E van het merk Bell, ging in 1955 in dienst.

De locatie was de Spuistraat 175 op de eerste verdieping van het telecommunicatie gebouw.

De eerste Nederlandse klanten werden met transmissiekanalen direct op de centrale te Amsterdam aangesloten.

Historisch overzicht transmissiemiddelen:                                     à                                                Historische transmissiemiddelen.htm

Naderhand werd door de groei in het telexnet ook te  's-Gravenhage en in Rotterdam ook gelijksoortige telexcentrales in bedrijf gesteld .

Op een enkele uitzondering na, werd haast in elke provinciehoofdstad zo'n automaat en telegraafoverdraagstation (atos) geopend.

De telexcentrales werden overal in het gebouw van de districtcentrale gevestigd.

Op het hoogtepunt van het netwerk waren er in Nederland ca. 32000 aansluitingen in bedrijf. (midden jaren '70 )

 

Separate infrastructuur telexnet

Het telexnetwerk heeft een seperate infrastruktuur t.o.v het telefonienetwerk.

-Een telexlijn moet speciaal voor de klant worden aangelegd.

De opkomst van het faxapparaat (dat door de klant zelf op een al aanwezige telefoonlijn is aan te sluiten) heeft een daling in het verkeersvolume in gang

gezet in het binnenlands telexverkeer.

Momenteel gebruiken de overgebleven (trouwe) klanten de telex alleen voor het internationale werkveld.

(afspraken zwart-op-wit, geen hinder van tijdzones, papier is geduldig.)

 

Techniek van het telexnetwerk.

Medio tot eind jaren 80 van de 20ste eeuw:

Het telexnetwerk was voor 100% in handen van "ptt".

Net als bij de telefonie werd het telextoestel via het netwerk van "voeding" voorzien. (z.g. gelijkstroomtransmissie)

Om externe leveranciers de mogelijkheid te bieden  randapparatuur op de telexinfrastructuur aan te kunnen sluiten is deze methode van

gelijkstroom transmissie geheel verlaten.

 

Indienststelling 3de generatie telexcentrale:

 

Sinds de  indienststelling van de "Eltex" telexcentrale in de Spuistraat 168 (medio jaren '80) worden er R.20 spraakbandmodems ingezet als interface

tussen het netwerk en de klantapparatuur.        à                                                                                         Modem R20.htm

 

Eind jaren -80:

De afname van het aantal telexklanten was zodanig, en de capaciteit van de Eltex centrale zo ruim bemeten, dat alle telexklanten van Nederland

uiteindelijk op de nieuwste centrale te Asd3 werden aangesloten.

In verloop van jaren werden alle regionale telexcentrales gesloten.

 

Startpagina de telex leeft